OSCAR NIEMEYER
Gedicht van Antonio Miranda
Vertaling: Marian Schilder*
Foto: Robson Corrêa de Araujo
Oscar Niemeyer
dichter-beeldhouwer.
Architect van de Koning.
Lijnen in het firmament,
bogen in het oneindige
van imaginaire sterrenbeelden.
Ontwerpend koloniale veranda’s
kosmische hellingen.
Atheïst en communist.
Maker van
menselijke kathedralen,
kapellen voor de ziel.
Zoals gevouwen handen
in vereeuwigd gebed
in het gewapend beton
van de oecumenische Kathedraal.
Alle handen uit Brasilia,
Parana, Mineiros
Pernambuco,
alle handen uit het noorden,
São Paulo,
uit alle kwadranten en sextanten
ondersteunen het
nationale universum.
In de lucht drijven
flonkerende wolken voorbij
en de vliegtuigen van Real en van Panair
een samenzwering van engelen
bureaucratische diplomaten
vliegen politici, aannemers
en donderen en bliksemen
stormen
en vuurwerk.
Zowel sensueel als kromlijnig
in symbolistische vormen:
handen gevouwen voor de borst.
Zoete zinsbegoocheling.
Wellicht abstracties
met figuratieve bedoelingen.
Of zijn het juist
beeldhouwwerken?
Barok, modern?
In de bevrijde symmetrieën
en in de gezuiverde geometrieën:
theatraliteit.
Hoge ruimtelijke volumes
verticalisme
of uitersten in een punt
om te ontkomen aan het extatische
en het majesteitelijke
– tegen de voorschriften en
beperkingen.
Niemeyer is verreweg de meest monumentale
maar ook de meest sobere
de meest luchtige tegelijkertijd de meest concrete
en functionele
de meest compacte bij zoveel dichterlijkheid.
Verbazingwekkend.
Zonder concessies aan trivialiteiten
daarom geniaal.
Alle verwante kunsten
in het marmer, in de
voorouderlijke bogen
akoestische gewelven
sierlijk dansende zuilen,
gebrandschilderde ramen.
*Vertaling: Marian Schilder,
met dank aan Manuel Candéa Viana,
Amsterdam, 08/05/08
|